Poppenkast poppen en draadfiguren
In zijn CV vermeldt Jac dat er werken van hem staan in Moskou en Belgrado. Een vriend van Jac vertelde dat het werk in Moskou en Belgrado terecht kwam omdat poppenspelers het als prijs mee naar huis namen, na deelname aan een poppenspelers concours. Hieronder lees je hoe zijn werk in Praag terecht kwam. Van in de jaren ’50 was Jac Nijman bevriend met Guido van Deth, de bekende Brusselse poppenspeler die naar Den Haag verhuisde. Jac had zijn geboorte stad Den Haag al in het midden van de jaren ’50 verlaten, en was via Amersfoort en Hengelo, verhuisd naar Nijmegen.
Van 27 tot 29 juni 1969 kwamen ruim duizend poppenspelers van over heel de wereld, bijeen in Tsjechoslowakije, voor het UNIMA congres (Union Internationale de la Marionette).
Nederland werd vertegenwoordigd door het bekende Haagse poppenspelersechtpaar Guido en Felicia van Deth. Uit hun handen werd destijds aan de stad Praag, een beeldhouwwerk aangeboden. Het beeld dat op een sokkel staat verbeeldt een grote, uit koper geklopte hand met op elke vingertop een poppenkastfiguurtje. Het werd gemaakt door de uit Den Haag afkomstige, Nijmeegse kunstenaar Jacques Nijman.
(naar: De Telegraaf 12 juni 1969)
In het Algemeen Handelsblad van 31 december 1966 schrijft de Haagse redacteur van die krant over een “ Boeiend poppenspel van Guido van Deth” Volgens de schrijver van dit stukje is van Deth zich heel goed bewust, dat poppen ook aan volwassenen iets te vertellen kunnen hebben. In de Nassau Dillenburgstraat, in Den Haag, had van Deth destijds een huiskamer-poppentheater . In december 1966 werd “Ach we weten het wel” gespeeld. Een poppenspel voor volwassenen, gebaseerd op het kerstverhaal, waarin menselijke ondeugden aan de kaak werden gesteld. Voor deze voorstelling maakte Jacques Nijman, met een treffende openhartigheid de poppen.
Eerder dat jaar, op donderdag 27 oktober 1966, lezen we in “De Tijd” over een poppenspel dat werd opgevoerd de avond ervoor, in het Amsterdamse Concertgebouw bij de opening van de 12de Kinderboekenweek, door Guido en Felicia van Deth. De voorstelling krijgt de titel: “Eén is drie, schaduwen van irreële werkelijkheid”. Volgens het Algemeen Handelsblad, ook van de 27ste oktober 1966, is het een kleurrijk schimmenspel voor volwassenen met figuren van Jacques Nijman.
Over de Kinderboekenweek van 1966 is nog iets alleraardigst te melden dat verband houdt met Jac Nijman. Op 18 oktober 1966 lezen we in “De Tijd” over de grote inspanningen die het CPNB heeft gedaan om van deze twaalfde kinderboekenweek een heus festival te maken. De organisatie van de kinderboeken- voorleeswedstrijd reikt dit jaar een wisselprijs uit. Het beeldje dat werd vervaardigd door Jacques Nijman zal telkens op de school terecht komen waar de leerling zit die het best heeft voorgelezen.
De finales waren op zaterdag 5 november 1966 en werden uitgezonden door de AVRO-televisieomroep op Nederland 1. De prijzen bestonden uit een keuze van een groot aantal boeken, een oorkonde en het beeldje van Jac Nijman, bestemd voor de school of klas van de winnaar of winnares.
“De Waarheid” van 7 november 1966 kopt: “Marianne Beker won voorleeswedstrijd”. De eerste prijs van de landelijke voorleeswedstrijd “Kinderen lezen voor uit hun lievelingsboek”, gehouden in het kader der vrijdag geëindigde twaalfde kinderboekenweek, is gewonnen door de 10-jarige Marianne Beker van de Berglustschool in Hilligersberg te Rotterdam. Zij las voor uit “Het huis in het poeh-hoekje”. Voor haar klas kreeg zij een wisselprijs bestaande uit een koperen beeldje, gemaakt door Jacques Nijman uit Nijmegen en voorstellend een lezend kind…-…..Aan de wedstrijd namen leerlingen deel van de 5de en 6de klas van lagere scholen in negen steden. (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag. Leeuwarden, Arnhem, Nijmegen, Maastricht Goes en Schiedam).
De informatie op deze pagina kwam naar mij toe dankzij de hartelijke behulpzaamheid van Leo Ewals conservator van Het Marishuis in Heumen.
Draadfiguren door Jac Nijman
Koper sculptuur van Poppenspeler door Jac Nijman